Fragment kroniek 2016

VAN ALBUM AMICORUM TOT FACEBOOK

Dat mensen van elkaar gescheiden worden is van alle tijden. Wat doe je om contact te houden? Tegenwoordig start je een Facebook-pagina. Voor je het weet heb je vele vrienden. Vóór het digitale tijdperk zocht men naar andere wegen om elkaar niet te vergeten. Nog niet zo lang geleden circuleerden er op de lagere scholen Vriendenboekjes. Zo’n boekje bevat voorgedrukte bladzijden met ruimte voor een fotootje en voorgedrukte vragen als ‘Wat is je lievelingseten/lievelingskleur?’ en ‘Waar woon je?’. Daarvoor waren poesiealbums populair, vooral bij meisjes. We hebben ook allemaal wel eens een bijdrage geleverd aan liber amicorum; een persoonlijk boek ter gelegenheid van een afscheid of een jubileum. De voorloper daarvan is het album amicorum, Latijn voor ‘vriendenboek’. En over deze laatste vorm en over poesiealbums doen wij in dit artikel een boekje open.

In de kroniek December 2013 stond het krantenartikel ‘Uit het album amicorum van ’n Groninger flankeur’ uit een onbekende krant van 13 december 1958. Het artikel beschrijft het verschijnsel album amicorum en er worden versjes geciteerd die in zo’n album geschreven zijn. De versjes waren voor theologiestudent Everhardus Idema (Gr. IX-c), korporaal der Groninger studenten-flankeurs, om hem te steunen tijdens de tiendaagse veldtocht in België in 1831.

Album amicorum

Volgens Wikipedia is een album amicorum een bundel van studenten, diplomaten en geleerden met persoonlijke teksten en illustraties. Deze werden op verzoek van de eigenaar van het album geschreven door familie, vrienden, collega’s, leermeesters en bekenden. De bijdragen, vaak in dichtvorm, werden in veel gevallen voorzien van een wapen, een tekening of rebus. Deze albums waren in zwang tot in de in de 19e eeuw. De oude albums bevatten veelal ook liedteksten die een mooie inkijk geven in de gevoelens en gedachten van studenten en vrouwen in die tijd. Bij doorlezen van het krantenartikel blijkt dat het album van Everhardus Idema volledig aan de beschrijving van een album amicorum voldoet.
Het blijkt dat Ineke Schout iets vergelijksbaars in haar bezit heeft; een losbladig album amicorum.

Album amicorum van mijn overgrootmoeder Christina Elisabeth Langereis (1835-1910)
Via mijn tante, de dochter van Helena Maria Idema (Gr. XI-i), ben ik in het bezit gekomen van een losbladig albumpje in een kleurig doosje. Er zitten versjes e.d. in gemaakt tussen 1848 en 1858. Het bleek van de kant te zijn van mijn overgrootmoeder Christina Elisabeth Langereis (1835-1910), de tweede echtgenote van overgrootvader Karel Hero Idema (Gr. X-h).
De inhoud is waarschijnlijk een mix van haar en haar zuster Elisabeth Cornelia Langereis (1832-1916), want er zit een gedichtje bij van Adriaan Langereis (mijn betovergrootvader) gericht aan zijn doofstomme dochter Elisabeth Cornelia. Om te communiceren gebruikte zij ‘vingerspraak’. Zij heeft zelf ook een blaadje toegevoegd ondertekend met “Uwe doofstomme zuster E.C.L.”
Ook in het doosje een op 31 januari 1848 geschreven wens van G. Haremaker beginnend met “Tante zie hier een klein geschenk”. Dat lijkt wel bedoeld voor Elisabeth Haremaker, de eerste vrouw van Karel Hero, zij is pas in 1859 overleden. Maar ik heb geen verwant-schap kunnen achterhalen.
Verder is het doosje gevuld met nog enkele versjes en met geborduurde, geprikte, getekende en opgeplakte afbeeldingen geschonken door vriendinnen.

Poesiealbum

Een moderne versie van het album amicorum en het liber amicorum is het poesiealbum. Volgens Wikipedia is het een album waarin kleine gedichten en versjes van vrienden worden verzameld. Het begrip poesiealbum is ontstaan doordat de eerste exemplaren geïmporteerd werden uit Duitsland. Deze boekjes droegen het opschrift Poesie (Duits voor poëzie), dat met de Nederlandse oe-klank (als in poes) werd uitgesproken. Het poesiealbum vindt zijn oorsprong in het liber amicorum.
Veel meisjes, vaak in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, vragen aan familieleden, vrienden of aan wie ze er dan ook voor in aanmerking vinden komen of ze een stukje in hun poesiealbum willen schrijven. Meestal schrijven deze mensen een versje over uit een ander album of een bekend gedicht. Het gedicht wordt ondertekend met ‘ter herinnering aan je beste vriendin’ of iets vergelijkbaars. Het gedicht komt meestal op de rechterbladzijde en op de linker pagina een ‘poesieplaatje’. Ten slotte worden er allerlei versieringen aangebracht en letters verfraaid, waarna het album wordt teruggegeven aan de eigenaar of eigenares.

Waardevol

In de tweede helft van de negentiende eeuw hadden de jonge dames pas rond de middelbare schoolleeftijd en ouder een poëziealbum. Men probeerde een zo mooi mogelijk vers of wens met versiering af te leveren. Zo ook in de eerste helft van de twintigste eeuw. Daarna wordt in veel gevallen de uitvoering wat slordiger en komen de poëziealbums, uitzonderingen daargelaten, voornamelijk voor op de basisschool. Tegenwoordig kom je op internet wel oproepen tegen van dames die hun album kwijt zijn en toch graag terug willen hebben vanwege de emotionele waarde. Maar er is ook een levendige handel in poëziealbums; men koopt ze graag. Vooral oude exemplaren zijn in trek. Kortgeleden zijn er nog twee geveild op Catawiki (digitale veilingsite). Eén uit Friesland uit de dertiger jaren; die leverde 75 euro op. En ook één uit Den Haag van begin 1900, die werd bij 90 euro afgeslagen. De koper moet dan nog wel 9% veilingkosten betalen plus de verzendkosten.

Hier volgen beschrijvingen van poëziealbums in het bezit van Ineke Schout-de Waal.

Poëziealbum van mijn oma, Helena Maria Idema (Gr. XI-i) (1869-1949)
Dit album zit in een rode kartonnen hoes. Deze is wel gehavend in de loop der tijd. Het album zelf is nog in redelijke staat. Het eerste vers is geschreven op 2 januari 1885 door haar moeder Christina Elisabeth Langereis. De tweede bladzij is leeg; die was vast bedoeld voor vader Karel Hero. Dan volgen haar zusters Suus, Anna en Iet. Haar halfzusters hebben er niet in geschreven; zij waren een stuk ouder en soms al getrouwd. Verder schreven in 1885 in Medemblik nog wat nichten en een hele stoet vriendinnen er in. In 1886 en 1887 zien we bij de wensen vaak Amsterdam vermeld staan, dat komt omdat Marie daar dan de opleiding voor apothekersassistente gaat volgen. Zij slaagt daarvoor in 1888.
Op 20-2-1885 schreef haar vriendin A.E.A de Boer een gedicht van P.A. de Genestet in haar album. Deze vriendin trouwde op 13-11-1894 met de broer van Marie; Adriaan Abraham Idema (Gr. XI-h) en werd dus toen haar schoonzuster.
Het laatste vers is gedateerd Amsterdam, 14 september 1892.